Wat is KID?
KID staat voor kunstmatige inseminatie met donorzaad. Bij deze vruchtbaarheidsbehandeling worden de zaadcellen van een donor met een dun slangetje direct in de baarmoeder van de vrouw ingebracht. KID kan met donorzaad van een bekende van de wensouders of met donorzaad uit een spermabank.

Bij een natuurlijke bevruchting moeten de zaadcellen zelf hun weg zien te vinden. Om in de baarmoeder terecht te komen, moeten zij eerst langs de baarmoedermond, wat niet altijd lukt. Bij inseminatie worden de zaadcellen voorbij de baarmoedermond afgeleverd; dichterbij de eicel dus. Dit vergroot de kans op bevruchting.

Wanneer kom je in aanmerking voor KID?

Lees meer...
KID kan een mogelijkheid zijn voor:
o heterostellen van wie de man onvruchtbaar is
o heterostellen van wie de man een erfelijke ziekte heeft
o alleenstaande vrouwen
o lesbische stellen
o homoseksuele stellen

Welke voorwaarden zijn er aan een KID-behandeling verbonden?

Lees meer...
Om voor kunstmatige inseminatie met donorzaad in aanmerking te komen, moet(en) de wensouder(s)aan een aantal voorwaarden voldoen. Die kunnen per kliniek verschillen, maar hebben te maken met leeftijd, gezondheid, een gezonde levensstijl en een stabiele relatie. Als dat van toepassing is, wordt ook gekeken of de wensouder(s) de consequenties van een behandeling met donorzaad van een anonieme donor kan/kunnen overzien.

Welke voorwaarden gelden voor de anonieme donor?

Lees meer...
Uiteraard moeten anonieme zaaddonoren ook aan een aantal voorwaarden voldoen. Die hebben te maken met onder meer leeftijd, gezondheid en erfelijke afwijkingen.

Een donor kan nooit achterhalen welke vrouw met zijn zaad is behandeld, of dat tot een zwangerschap heeft geleid en wie de kinderen zijn. Andersom kunnen ouders niet achterhalen wie de anonieme donor is. Alleen kinderen ouder dan 16 jaar kunnen de donor opsporen. Dat is geregeld in de Wet donorgegevens Kunstmatige bevruchting. De gegevens worden beheerd door de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting.

De impact

Lees meer...
Hoewel deze vruchtbaarheidsbehandeling medisch gezien eenvoudig is, kan de impact van een KID-behandeling groot zijn. De keuze voor een zwangerschap met de zaadcellen van een andere of onbekende man kan emotioneel erg lastig zijn. Bovendien moeten de wensoudersnadenken over de toekomstige vragen van hun kind(eren). Wat vertel je wanneer en hoe pak je dat aan?

Het kan prettig zijn voor de wensouders om over hun vragen, twijfels en dilemma’s te praten. Met de (huis)arts, een psycholoog of een medisch maatschappelijk werker. Ook kan het fijn zijn ervaringen uit te wisselen met andere ouders die het IUI-traject (hebben) doorlopen. Familie en vrienden hebben vaak een niet te onderschatten rol als steun en toeverlaat.


De behandeling

Hoe worden de zaadcellen geselecteerd?

Lees meer...
Een zaadlozing bestaat uit prostaatvocht en zaadblaasjes: het sperma. Voor kunstmatige inseminatie wordt donorsperma gebruikt. Op de dag dat de KID-behandeling gepland is, wordt het ingevroren donorsperma ontdooid en ‘gewassen’: de stofjes die problemen kunnen opleveren worden verwijderd en de beste (meest beweeglijke) zaadcellen worden geselecteerd.

Hoe wordt het juiste moment voor de KID-behandeling bepaald?

Lees meer...
Ontdooide zaadcellen leven korter dan verse zaadcellen. Het bepalen van het juiste moment voor de behandeling is dus erg belangrijk.

Bij elke menstruatiecyclus zorgen hormonen in het lichaam van de vrouw ervoor dat er follikels gaan groeien. Een follikel is een blaasje met een eicel. Tijdens de eisprong komt een van de rijpe eicellen uit de eierstokken vrij in de eileider. Die kan daar dan bevrucht worden door een zaadcel.

De kans op een zwangerschap is het grootst als de donorzaadcellen vlak voor de eisprong in de baarmoeder worden ingebracht. Bij een natuurlijke, spontane cyclus wordt het moment van de eisprong met urinetesten, bloedonderzoek en/of een echo zo nauwkeurig mogelijk vastgesteld.

Als de eisprong niet vanzelf op gang komt, krijgt de vrouw hormonen toegediend. Dit stimuleert de groei van eicellen in de eiblaasjes. Na 36 tot 40 uur is er dan een eisprong. Enkele uren na de hormooninjectie is het beste moment voor de KID-behandeling.

Hoe worden de goede zaadcellen ingebracht?

Lees meer...
Voor het inbrengen van de zaadcellen in de baarmoederholte neemt de vrouw plaats in een onderzoeksstoel. Met behulp van een eendenbek (speculum) wordt de baarmoedermond zichtbaar gemaakt. De zaadcellen van de donor worden uit het laboratoriumbuisje in een spuitje opgezogen. Op dat spuitje zit een dun slangetje (katheter). Via de baarmoedermond wordt dit slangetje in de baarmoederholte geschoven waar de zaadcellen langzaam worden ingespoten. Vanuit daar zwemmen de zaadcellen naar de eicel.

Vergroot KID de kans op een meerling?

Lees meer...
Door het opwekken van de eisprong met hormonen, komen vaak twee of drie rijpe eicellen vrij. Dit verhoogt de kans op een meerling.

Na de KID-behandeling

Lees meer...
Het is niet nodig na een KID-behandeling in het ziekenhuis te blijven. De vrouw kan wat last krijgen van krampen in de onderbuik.

Kans op zwangerschap

Lees meer...
Blijft de volgende menstruatie (ongeveer twee weken na de KID-behandeling) uit, dan kan een zwangerschapstest aantonen of de bevruchting geslaagd is.
De kans op een zwangerschap per KID-behandeling is 10 tot 15 procent. Als de vrouw na drie behandelingen niet zwanger is, wordt een foto van de baarmoeder gemaakt om te kijken of er misschien afwijkingen zijn. Zijn er geen afwijkingen zichtbaar, dan kunnen nog zes KID-behandelingen worden gedaan. Daarbij worden de eierstokken dan met hormonen gestimuleerd. Er worden doorgaans maximaal negen KID-behandelingen ingezet. Ongeveer 50% van de vrouwen raakt binnen een jaar zwanger.